een stukje geschiedenis

de adellijke stand

Het mottekasteel is één van de oudste kasteelvormen. Het was een versterkte woonplaats van een persoon of familie uit de adellijke stand. Een mottekasteel bestond uit een opperhof en een nederhof. Het opperhof was een grote kunstmatige aarden heuvel (een motte) beschermd door palissades (houten omheiningen). Er stond een houten gebouw op dat zowel diende om er in te wonen als om zich te verdedigen. Op het nederhof speelde zich het dagelijks leven af: er waren onder meer een boerderij, een kapel, stallen, schuren en verblijfplaatsen van ondergeschikten. Het geheel was omringd door een gracht. De enige nog zichtbare resten van deze mottekastelen in het landschap zijn de vliedbergen die je op verschillende plaatsen in Zeeland, vooral op Walcheren, vindt. in heel Europa zijn er maar drie Mottekastelen te zien.

In de landschapstuin van Terra Maris, is er één van deze drie te bezichtigen, en zelfs te beklimmen. Het 10 meter hoge mottekasteel is geheel van hout, staat op een vliedberg van zes meter en is op middeleeuwse wijze gebouwd. Vanaf de bovenste verdieping heb je een prachtig uitzicht over de Hortus Zelandiae. Het mottekasteel is dagelijks tijdens de openingstijden van het museum te bezoeken.

 

de bouw van het mottekasteel

constructie

De constructie en de bekleding van het mottekasteel bestaat uit eikenhout, het dak en de palissaden bestaan uit hout van de tamme kastanje. De elementen voor de constructie zijn gebouwd in de werkplaats, waarna het in segmenten in de tuin is getakeld vanaf de parkeerplaats. De toren werd hierna op locatie afgebouwd. De toren is zo’n 10 meter hoog en de vliedberg ongeveer 6 meter.

Het project is mede gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Het project is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de Provincie Zeeland (uit het fonds voor het Nationaal Landschap Zuidwest Zeeland), het Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP), de Nationale Postcodeloterij en de Stichting Het Zeeuwse Landschap.